Over mij

Mijn foto
Gedurende deze periode vertoef ik samen met Sarah in Cochabamba, Bolivië. Daar werken we samen met de plaatselijke leerkrachten van de school Atiy 4 projecten uit. Op deze blog kan je lezen hoe alles verloopt, en wat we er allemaal beleven!

donderdag 10 maart 2011

Het is ca-ca-ca-Oruro-Caranval

Donderdag 3 maart – zondag 6 maart
Ondertussen weten we al dat ons project aanvaard wordt door onze school in België, jochei!
Maar ik heb ook een iets minder leuk nieuwtje: er zat veel vocht in de muren van mijn kamer, en ons gastgezin ging het tijdens het weekend in orde brengen, omdat we er dan toch niet waren. Ik dus al mijn belangrijke spullen verhuist naar Sarah haar kamer, maar… we zitten nog steeds in Bolivië, dat betekend dat alles hier veel trager gaat dan in België. Toen we zondagavond terugkwamen was mijn kamer dus omgetoverd in een heuse werf. Ze zijn met een elektrisch vuurtje mijn muren aan het opdrogen (en man dat gaat traag!) en als alles droog is gaan ze het nog eens verven. Ondertussen is ben ik dus aan het kamperen bij Sarah, wat betekend dat we nu echt geen privacy meer hebben. Dat vormt voorlopig geen probleem maar echt leuk vinden we het toch niet hoor. Hopen op een mirakel dus: een Boliviaan die snel werkt J.
Gelukkig hebben we ook nog iets tofs gedaan de voorbije dagen want het is carnaval in Bolivië! Dat betekent dat iedereen zijn beste beentje voor zet.
Vrijdagnamiddag, na onze Spaanse les vertrokken we met een mooie groep van 21 richting Oruro. En die busrit (we waren verdeeld over 3 busjes) alleen al was de moeite waard! Om Oruro te bereiken moet je immers over de bergen, adembenemend gewoon! Echt prachtig. Ken je die surreële landschapsfoto’s die op postkaartjes staan? Wel, ik heb de plaatsen gezien waar ze die foto’s nemen. Ik moest me concentreren om mijn mond dicht te houden van pure verbazing, verwondering, bewondering. Maar ik was ook nog verwonder om iets anders, daar, midden in de bergen, in ‘the middle of nowhere’ wonen ook effectief mensen. In een klein zelfgebouwd huisje op de flank van een berg. Ik denk dat niemand van ons zich kan voorstellen hoe het is om daar te leven. Met enkel de natuur als buurman, en een weg enkele meters verderop. 1 weg, waarop je uren met de auto moet rijden om de bewoonde wereld te kunnen zien. Maar ze hebben geen auto, en te voet is dat een reis van weken. Het gaat mijn petje te boven. Bewondering voor die mensen, maar ook medelijden en ongeloof. Hoe kan je zo leven, wat eten ze, wat doen ze de hele dag, met wie praten ze… Zoveel vragen, zoveel ongeloof, zo ver van mijn bed en toch zo akelig dichtbij. Het geeft me een vreemd gevoel.
Aangekomen in Oruro maakten we kennis met ons gastgezin. De zus van een van onze gidsen. Het was een gezellige boel, alle Nederlandstalige reizigers (11 in totaal) sliepen in 1 gastgezin, ik moet er geen tekening bijmaken zeker? Tegen 21u gingen we gaan eten. We veronderstelden dat de gidsen een restaurant in gedachten hadden om heen te gaan. Fout! Niet te veel veronderstellen hier… Ik was teleurgesteld toen we uiteindelijk in een fast-food restaurant terecht kwamen, ik had gedacht op een lekkere Boliviaanse maaltijd, juist ja, ik mocht niks veronderstellen. Een uur later kregen we dan eindelijk onze hamburger, ik heb zelden zoveel hongerige mensen bij elkaar gezien.
Toen iedereen zijn buikje rond had gegeten gingen we een kijkje nemen in dé carnavalsstad van Bolivië. Het was er groot, gezellig, veel muziek en veel mensen. Maar dat bracht veel vuil met zich mee en een massa waarin het niet meer prettig was om lang te blijven staan. Na een biertje (niet voor mij want ik vind het hier echt niet te drinken) en een dansje op 1mm² besloten we om toch maar naar huis te gaan. We waren redelijk moe van de reis en morgen wachtte ons een spannende dag.
Onder de wol dus… of toch niet, ik sliep bovenaan op een stapelbed met karton en tuinkussens als matras en iedere keer als ik bewoog was Sarah bang dat de hele boel ging instorten. Achja, uiteindelijk hebben we toch een paar uurtjes kunnen slapen.

Zaterdagochtend vroeg uit de veren en met een heerlijke croque monsieur als ontbijt en een telefoontje met het thuisfront kon ik er helemaal tegenaan! Om 9u ’s ochtends vertrokken we richting de carnavalsstoet. Maar omdat de massa nu nog groter was dan gisteren, was het echt onmogelijk om erdoor te geraken. We hebben uren stilgestaan, geplet tussen mensen, die af en toe hun geduld verloren, om zo millimeter voor millimeter vooruit te schuifelen. Wonder boven wonder zijn we dus effectief op onze plaatsen geraakt. Om 11u konden we genieten van de carnavalsstoet, die al om half 9 begonnen was.
Ik kon mijn ogen niet geloven. Van het armste land van Zuid-Amerika was helemaal niks meer te merken. Duizenden mensen liepen mee in de parade, en elk detail klopte. Van de kostuums die de jonge danseressen droegen matchten met hun schoenen en de pluimen in hun haar, de drakenpakken van de mannen, de kledij van de jonge kerels – met belletjes aan hun laarzen, wat een prachtig effect gaf – tot de muziekbands met imposante hoeden, versierde instrumenten en heel veel swoeng.
Ik was gecharmeerd door al dat moois, door de glimlach die op de mensen hun gezicht bleef staan, ondanks de moordende hoge hakken, de loodzware kostuums, de uren die zal al geklopt hadden en ze nog voor de boeg hadden. Ik vond het zelfs zo’n enorm evenement dat ik een blad heb genomen en alle ideeën die in me opkwamen neerschreef om uiteindelijk tot een complete inleefkoffer uit te bouwen. Dit kon ik niet aan me voorbij laten gaan. Ik heb nog niemand tegengekomen die zei: “Carnaval? Oh, das niks voor mij.” Elke inwoner van Bolivië leeft hiermee mee. En dus ook de regering, want zij hebben maandag en dinsdag tot officiële feestdagen uitgeroepen, om carnaval te vieren. En ze beginnen hier dus al van donderdagavond. Dan is het Con Madres, een feest voor alle vrouwen. Dan wordt er gedanst op de straat, de kinderen spuiten iedereen met waterpistolen en spuitbussen met schuim erin nat en de mannen genieten van zoveel vrouwelijk schoon in de bars.
Ah ja, Oruro dus, aan het genieten van alles wat voorbij kwam. Ondertussen probeerden de verkopers beneden (iedereen zit op tribunes) de aandacht van de mensen te trekken. En dat er verkocht wordt: spuitbussen met schuim, alle soorten eten, dvd’s van carnaval 2010, cd’s met caranvalmuziek, regenponcho’s, hoeden, een man die foto’s trok om ze nadien te verkopen, bier – véél bier, speeltjes die geluid maken en licht geven, suikerspinnen, wegwerpcamera’s… Om 14u kwam ons middageten aan in zo’n plastic doosje, ik rammelde van de honger dus at het met veel smaak op, want tot mijn verbazing was het niet slecht. Om 19u begon er al hier en daar iemand te schuifelen, we hadden het nu echt wel gezien hoor. Het was een lange dag geweest en we waren echt kapot van gewoon te zitten en te kijken, belachelijk he! Thuis had onze gastvrouw voor ons gekookt en stelde iemand de vraag wat we die avond nog gingen doen. Enkelingen wouden teruggaan naar carnaval, maar onze gidsen maakten er zo’n ingewikkelde zaak van en iedereen was ondertussen al zo moe dat we uiteindelijk hebben besloten om thuis te blijven. Want we moesten er zondagochtend om 5 uur uit, jaja, 5 uur!
El Tio
Met slaperige oogjes en een pijnlijke rug kroop ik om 4.50u uit mijn bed. We gingen vertrekken, dus iedereen haastte zich, nog gauw onze tanden poetsen, en dan… Ariel, waar is onze gids Ariel? Oh, die lag nog lekker te slapen en kwam er pas om half 6 uit! Vreselijk om je te realiseren dat we zeker nog een half uur langer in onze nest konden liggen. Bon, hop naar de stad dus. Er wachtte ons een optreden van alle bands die meegelopen hadden in de stoet, en dat waren er véél. Wij vol verwachting naar de stad dus, maar hé, dat mochten we niet doen, weet je nog? Want wat zagen we? Nog exact 2 groepen waren aan het spelen, met nog steeds honderden feestvierders rond hen heen, maar toch. Het was echt een klap in ons gezicht. We waren te laat omdat we op onze gids moesten wachten! Maar och, de muziek maakte ons wakker en we konden genieten van een prachtige zonsopgang, wat ook al niet slecht is he! En… er stond nog iets op het programma. Ariel had ons de avond ervoor verteld dat er om 8u in de mijn, die onder de kerk lag, een soort ceremonie ging plaatsvinden waarbij God de duivel symbolisch ging verpletteren. Heel indrukwekkend naar het schijnt. Wij weer vol verwachting, en weer zo teleurgesteld. Het bleek ‘gewoon’ een mijn te zijn die omgebouwd was tot een museum waar een beeld van ‘El Tio’, de God van de mijnwerkers, stond. Er was ook nog een ander museum waar carnavalskledij tentoongesteld stond tussen de schilderijen van Maria en beeldjes van heiligen, een rare combinatie moet ik zeggen.
We hadden wel een leuke afsluiter: met een stuk karton van een ingemetselde glijbaan gaan, waarom die glijbaan daar is weet ik niet, maar dat was toch leuk.
Om 10 u ’s ochtends kwamen we terug aan bij ons gastgezin en hebben we ontbeten. En dan was het wachten, en niks doen. Heel frustrerend als je weet dat er een nieuwe, andere optocht in de stad aan de gang is. Maar ja, als de gidsen niet mee willen kan je niet veel doen hé. Om half 2 kwam ons middageten en om 3 uur zijn we eindelijk vertrokken, omdat wij zo aandrongen.
Er was een tussenstop gepland in de agua thermales: een natuurlijke warmwaterbron. Oh ik had er zin in! En tot groot ongenoegen van Ariel stond er geen ellenlange rij aan te schuiven waardoor we nog tijd hadden om in het water te gaan. Het was er niet zo hygiënisch als in België, maar dat hoef je hier ook niet te verwachten. Uiteindelijk vond ik het zalig, en je kon de warmtestromen echt voelen in het zwembad. Ik ben blij dat ik erin gegaan ben. Op de terugweg ben ik enorm misselijk geworden, vorige keer had ik geen last gehad van wagenziekte omdat er vele ramen openstonden, maar nu was het donker en het regende. Gevolg: mijn langste wagenziekte ooit! 4 uur lang gekweld worden door die blikken doos op 4 wielen! Aaargh vreselijk, ik heb mezelf op den duur verplicht om te slapen, wie weet hoe was ik er anders uitgekomen. Gelukkig hadden we een hele lieve taxichauffeur die ons na zijn rit nog -gratis- heeft afgezet bij ons huis. Doodop slenterden we binnen om dan te beseffen dat we geen eten meer hadden en de winkel binnen 30 minuten sloot. Pasta dan maar, met ketchup. En slapen. Maar niet in mijn eigen bedje, nee op mijn matras naast Sarah, oh ik hoop dat mijn kamer snel in orde komt. Want het gaat een slordig boeltje worden anders.


PS: Voor die ene keer dat we niet in een internetcafé zitten krijgen jullie een extraatjes: foto's, jochei!
Voor meer van dat lekkers: zie mijn facebook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten