Over mij

Mijn foto
Gedurende deze periode vertoef ik samen met Sarah in Cochabamba, Bolivië. Daar werken we samen met de plaatselijke leerkrachten van de school Atiy 4 projecten uit. Op deze blog kan je lezen hoe alles verloopt, en wat we er allemaal beleven!

donderdag 10 maart 2011

Het gaat hier goed!!

Maandag 7 maart
Nog steeds heel moe vertrekken we naar de Spaanse les. Maar eens we op gang kwamen kwam ik er snel terug door. Na de les, die 1 uur vroeger stopte omdat het een feestdag was, gingen we voor het eerst naar de Hypermaxi. Dat is een grote supermarkt op onze weg naar huis. Verglijkbaar met de colruyt van Zele, wat groot is voor de plaatselijke normen. Helaas vonden we geen choco, oh wat heb ik zin in een boterham met choco! Maar we hebben wel al gehoord dat ze hier Nutella hebben, ik ga mijn zoektocht dus staken!
Geladen als een muilezel kwamen we terug thuis en besloot ik om voor het eerst mijn kleren eens te wassen. Oh ik wou dat ik het niet zo lang had uitgesteld! We moeten ze hier met de hand wassen, wat een hel. Oh dat doe ik echt niet graag, maar dat is misschien ook omdat de oma hier zo vreselijk bemoeizuchtig is. Ze keek de hele tijd op mijn vingers, legde de functie van de zwierder, dat hebben ze dan weer wel, uit met zoveel moeilijke woorden dat ik er niks van begreep. En in plaats van andere woorden te kiezen blijft ze gewoon herhalen wat ze zei. Enorm frustrerend want toen ik eindelijk door had wat ze bedoelde kon ik het perfect herhalen in het Spaans dat ik nu al beheers. Ze doet echt geen moeite en moeit zich met alles wat we doen. We ergeren ons er dood aan, tellen in het hoofd dan maar :p. Maar mijn eerste handwas is gedaan en tot nu toe ziet het er redelijk succesvol uit. 1-0 voor mij!
Nu nog mijn huiswerk voor de Spaanse les maken en onder de wol.
Tot de volgende luitjes!
Woensdag 10 maart
Gisteren was het ‘Pacha Mama’ in het Nederlands betekend het ‘Moeder Aarde’. Dat is hier een traditioneel feest dat samenhangt met carnaval. Het is een hele ceremonie. Eerst wordt je naar een rijkelijk gevulde tafel gebracht. Daar staan dan grote kommen vol Empenadaz, dat zijn hele lekkere sandwiches met kaas of vlees erin, er staan ook kruiden, sap en andere kommetjes op tafel. Vervolgens worden alle kamers in het huis gereinigd met wierrook en aan de hand van een takje worden alle hoeken ook nog eens besprenkeld met alcohol. Daarna ga je allemaal rond een prachtig versierde tafel staan. Er liggen bloemen op en in het midden van de tafel liggen kleine afbeeldingen van geld, liefde, rijkdom, geluk, vrede… Dit middelste deel wordt op hete kolen gelegd zodat het geofferd wordt aan de ‘Pacha Mama’. Daarna krijgt iedereen 2 cocablaadjes in zijn linkerhand, die moet je ook op de kolen leggen als offer. Het is een symbolisch teken van dank aan Moeder Aarde om alles wat ze ons geeft. Je moet je linkerhand gebruiken omdat dat hand het dichtste bij je hart ligt, alsof je zegt: ‘Ik geef U dit met heel mijn hart’.
Dit feest wordt heel serieus genomen in Cochabamba, ieder gezin reinigt zijn huis volgens deze regels. Op straat kan je kan al die afbeeldingen kopen en ook de nodige kruiden voor je wierrookmengsel.
Deze ochtend was het echt heel aangenaam in de Spaanse les, we hebben over het onderwijssysteem van Bolivië gebabbeld, heel interessant maar ook heel triestig. Het onderwijs is hier echt rotslecht, en enkel als je geld hebt kan je naar een degelijke secundaire school. Alle andere kinderen, de meerderheid dus, gaan naar het openbaar onderwijs. Daar zitten ze soms met 50 – 60 kinderen in een klas die er maar 20 aankan, gevolg: de leerlingen zitten op de grond, zonder stoel of tafel. Hoe kan je dan überhaupt iets leren? Er is ook geen enkele interactie tussen de leerkracht en de leerlingen, hoe kan het ook, met 50 pubers op je dak! Dus zegt de leerkracht gewoon alles voor terwijl de kinderen luisteren, en hopelijk blijft er dan zo’n klein beetje hangen. Je moet niet vragen wat er gebeurt als die leerlingen naar de universiteit willen. Als ze al door het ingangsexamen geraken, wat al zeer uitzonderlijk is, vallen ze er meestal tussenuit wanneer de echte examens ingevuld moeten worden. Conclusie: als je op een privéschool je secundair onderwijs kan afmaken, kan je ook een universitair diploma halen, zoniet: pech. Dan wordt je maar keukenhulp of straatverkoper. Maar ook de overheid treft een grote schuld aan deze vicieuze cirkel want ze spenderen maar 3% van het totale budget aan onderwijs, waarvan het meeste dan nog eens aan de vingers van de directeurs van de scholen blijft plakken… Onderwijs in België klinkt opeens niet meer zo slecht he?
Vandaag is het woensdag dus ook Nederlandse-School-Cochabamba-dag.
Ik en Sarah hebben elk apart met een kindje gelezen en ook woordjes laten schrijven.
We zijn nu rond sprookjes aan het werken, Roodkapje was vandaag aan de beurt. We hebben niet zoveel kindjes, maar omdat ze allemaal op zo’n verschillend niveau zitten is het echt wel nodig om hen individueel te kunnen begeleiden. Voor hen is het Nederlands meestal al de 3e taal die ze leren, na Spaans en Engels, wat het allemaal nog ingewikkelder maakt. Het is heel leuk, maar ook best wel vermoeiend vind ik.
Na het 1e leerjaar is het de beurt aan de kinderen van 5 en 6. Die zijn momenteel elk een sprookje aan het voorbereiden dat ze binnen 2 weken aan de kleutertjes en de kinderen van het 1e leerjaar zullen voorstellen. Wat hebben ze leuke ideeën! Ik kijk er nu al naar uit om te zien hoe ze het er vanaf zullen brengen.
Morgen moeten we ook inspringen in de NSC, want een van de leerkrachten kan niet komen, dus gaan we nog meer kindjes van het 1e leerjaar leren kennen. Ik kijk ernaar uit om ook hun vorderingen te zien!

Het is ca-ca-ca-Oruro-Caranval

Donderdag 3 maart – zondag 6 maart
Ondertussen weten we al dat ons project aanvaard wordt door onze school in België, jochei!
Maar ik heb ook een iets minder leuk nieuwtje: er zat veel vocht in de muren van mijn kamer, en ons gastgezin ging het tijdens het weekend in orde brengen, omdat we er dan toch niet waren. Ik dus al mijn belangrijke spullen verhuist naar Sarah haar kamer, maar… we zitten nog steeds in Bolivië, dat betekend dat alles hier veel trager gaat dan in België. Toen we zondagavond terugkwamen was mijn kamer dus omgetoverd in een heuse werf. Ze zijn met een elektrisch vuurtje mijn muren aan het opdrogen (en man dat gaat traag!) en als alles droog is gaan ze het nog eens verven. Ondertussen is ben ik dus aan het kamperen bij Sarah, wat betekend dat we nu echt geen privacy meer hebben. Dat vormt voorlopig geen probleem maar echt leuk vinden we het toch niet hoor. Hopen op een mirakel dus: een Boliviaan die snel werkt J.
Gelukkig hebben we ook nog iets tofs gedaan de voorbije dagen want het is carnaval in Bolivië! Dat betekent dat iedereen zijn beste beentje voor zet.
Vrijdagnamiddag, na onze Spaanse les vertrokken we met een mooie groep van 21 richting Oruro. En die busrit (we waren verdeeld over 3 busjes) alleen al was de moeite waard! Om Oruro te bereiken moet je immers over de bergen, adembenemend gewoon! Echt prachtig. Ken je die surreële landschapsfoto’s die op postkaartjes staan? Wel, ik heb de plaatsen gezien waar ze die foto’s nemen. Ik moest me concentreren om mijn mond dicht te houden van pure verbazing, verwondering, bewondering. Maar ik was ook nog verwonder om iets anders, daar, midden in de bergen, in ‘the middle of nowhere’ wonen ook effectief mensen. In een klein zelfgebouwd huisje op de flank van een berg. Ik denk dat niemand van ons zich kan voorstellen hoe het is om daar te leven. Met enkel de natuur als buurman, en een weg enkele meters verderop. 1 weg, waarop je uren met de auto moet rijden om de bewoonde wereld te kunnen zien. Maar ze hebben geen auto, en te voet is dat een reis van weken. Het gaat mijn petje te boven. Bewondering voor die mensen, maar ook medelijden en ongeloof. Hoe kan je zo leven, wat eten ze, wat doen ze de hele dag, met wie praten ze… Zoveel vragen, zoveel ongeloof, zo ver van mijn bed en toch zo akelig dichtbij. Het geeft me een vreemd gevoel.
Aangekomen in Oruro maakten we kennis met ons gastgezin. De zus van een van onze gidsen. Het was een gezellige boel, alle Nederlandstalige reizigers (11 in totaal) sliepen in 1 gastgezin, ik moet er geen tekening bijmaken zeker? Tegen 21u gingen we gaan eten. We veronderstelden dat de gidsen een restaurant in gedachten hadden om heen te gaan. Fout! Niet te veel veronderstellen hier… Ik was teleurgesteld toen we uiteindelijk in een fast-food restaurant terecht kwamen, ik had gedacht op een lekkere Boliviaanse maaltijd, juist ja, ik mocht niks veronderstellen. Een uur later kregen we dan eindelijk onze hamburger, ik heb zelden zoveel hongerige mensen bij elkaar gezien.
Toen iedereen zijn buikje rond had gegeten gingen we een kijkje nemen in dé carnavalsstad van Bolivië. Het was er groot, gezellig, veel muziek en veel mensen. Maar dat bracht veel vuil met zich mee en een massa waarin het niet meer prettig was om lang te blijven staan. Na een biertje (niet voor mij want ik vind het hier echt niet te drinken) en een dansje op 1mm² besloten we om toch maar naar huis te gaan. We waren redelijk moe van de reis en morgen wachtte ons een spannende dag.
Onder de wol dus… of toch niet, ik sliep bovenaan op een stapelbed met karton en tuinkussens als matras en iedere keer als ik bewoog was Sarah bang dat de hele boel ging instorten. Achja, uiteindelijk hebben we toch een paar uurtjes kunnen slapen.

Zaterdagochtend vroeg uit de veren en met een heerlijke croque monsieur als ontbijt en een telefoontje met het thuisfront kon ik er helemaal tegenaan! Om 9u ’s ochtends vertrokken we richting de carnavalsstoet. Maar omdat de massa nu nog groter was dan gisteren, was het echt onmogelijk om erdoor te geraken. We hebben uren stilgestaan, geplet tussen mensen, die af en toe hun geduld verloren, om zo millimeter voor millimeter vooruit te schuifelen. Wonder boven wonder zijn we dus effectief op onze plaatsen geraakt. Om 11u konden we genieten van de carnavalsstoet, die al om half 9 begonnen was.
Ik kon mijn ogen niet geloven. Van het armste land van Zuid-Amerika was helemaal niks meer te merken. Duizenden mensen liepen mee in de parade, en elk detail klopte. Van de kostuums die de jonge danseressen droegen matchten met hun schoenen en de pluimen in hun haar, de drakenpakken van de mannen, de kledij van de jonge kerels – met belletjes aan hun laarzen, wat een prachtig effect gaf – tot de muziekbands met imposante hoeden, versierde instrumenten en heel veel swoeng.
Ik was gecharmeerd door al dat moois, door de glimlach die op de mensen hun gezicht bleef staan, ondanks de moordende hoge hakken, de loodzware kostuums, de uren die zal al geklopt hadden en ze nog voor de boeg hadden. Ik vond het zelfs zo’n enorm evenement dat ik een blad heb genomen en alle ideeën die in me opkwamen neerschreef om uiteindelijk tot een complete inleefkoffer uit te bouwen. Dit kon ik niet aan me voorbij laten gaan. Ik heb nog niemand tegengekomen die zei: “Carnaval? Oh, das niks voor mij.” Elke inwoner van Bolivië leeft hiermee mee. En dus ook de regering, want zij hebben maandag en dinsdag tot officiële feestdagen uitgeroepen, om carnaval te vieren. En ze beginnen hier dus al van donderdagavond. Dan is het Con Madres, een feest voor alle vrouwen. Dan wordt er gedanst op de straat, de kinderen spuiten iedereen met waterpistolen en spuitbussen met schuim erin nat en de mannen genieten van zoveel vrouwelijk schoon in de bars.
Ah ja, Oruro dus, aan het genieten van alles wat voorbij kwam. Ondertussen probeerden de verkopers beneden (iedereen zit op tribunes) de aandacht van de mensen te trekken. En dat er verkocht wordt: spuitbussen met schuim, alle soorten eten, dvd’s van carnaval 2010, cd’s met caranvalmuziek, regenponcho’s, hoeden, een man die foto’s trok om ze nadien te verkopen, bier – véél bier, speeltjes die geluid maken en licht geven, suikerspinnen, wegwerpcamera’s… Om 14u kwam ons middageten aan in zo’n plastic doosje, ik rammelde van de honger dus at het met veel smaak op, want tot mijn verbazing was het niet slecht. Om 19u begon er al hier en daar iemand te schuifelen, we hadden het nu echt wel gezien hoor. Het was een lange dag geweest en we waren echt kapot van gewoon te zitten en te kijken, belachelijk he! Thuis had onze gastvrouw voor ons gekookt en stelde iemand de vraag wat we die avond nog gingen doen. Enkelingen wouden teruggaan naar carnaval, maar onze gidsen maakten er zo’n ingewikkelde zaak van en iedereen was ondertussen al zo moe dat we uiteindelijk hebben besloten om thuis te blijven. Want we moesten er zondagochtend om 5 uur uit, jaja, 5 uur!
El Tio
Met slaperige oogjes en een pijnlijke rug kroop ik om 4.50u uit mijn bed. We gingen vertrekken, dus iedereen haastte zich, nog gauw onze tanden poetsen, en dan… Ariel, waar is onze gids Ariel? Oh, die lag nog lekker te slapen en kwam er pas om half 6 uit! Vreselijk om je te realiseren dat we zeker nog een half uur langer in onze nest konden liggen. Bon, hop naar de stad dus. Er wachtte ons een optreden van alle bands die meegelopen hadden in de stoet, en dat waren er véél. Wij vol verwachting naar de stad dus, maar hé, dat mochten we niet doen, weet je nog? Want wat zagen we? Nog exact 2 groepen waren aan het spelen, met nog steeds honderden feestvierders rond hen heen, maar toch. Het was echt een klap in ons gezicht. We waren te laat omdat we op onze gids moesten wachten! Maar och, de muziek maakte ons wakker en we konden genieten van een prachtige zonsopgang, wat ook al niet slecht is he! En… er stond nog iets op het programma. Ariel had ons de avond ervoor verteld dat er om 8u in de mijn, die onder de kerk lag, een soort ceremonie ging plaatsvinden waarbij God de duivel symbolisch ging verpletteren. Heel indrukwekkend naar het schijnt. Wij weer vol verwachting, en weer zo teleurgesteld. Het bleek ‘gewoon’ een mijn te zijn die omgebouwd was tot een museum waar een beeld van ‘El Tio’, de God van de mijnwerkers, stond. Er was ook nog een ander museum waar carnavalskledij tentoongesteld stond tussen de schilderijen van Maria en beeldjes van heiligen, een rare combinatie moet ik zeggen.
We hadden wel een leuke afsluiter: met een stuk karton van een ingemetselde glijbaan gaan, waarom die glijbaan daar is weet ik niet, maar dat was toch leuk.
Om 10 u ’s ochtends kwamen we terug aan bij ons gastgezin en hebben we ontbeten. En dan was het wachten, en niks doen. Heel frustrerend als je weet dat er een nieuwe, andere optocht in de stad aan de gang is. Maar ja, als de gidsen niet mee willen kan je niet veel doen hé. Om half 2 kwam ons middageten en om 3 uur zijn we eindelijk vertrokken, omdat wij zo aandrongen.
Er was een tussenstop gepland in de agua thermales: een natuurlijke warmwaterbron. Oh ik had er zin in! En tot groot ongenoegen van Ariel stond er geen ellenlange rij aan te schuiven waardoor we nog tijd hadden om in het water te gaan. Het was er niet zo hygiënisch als in België, maar dat hoef je hier ook niet te verwachten. Uiteindelijk vond ik het zalig, en je kon de warmtestromen echt voelen in het zwembad. Ik ben blij dat ik erin gegaan ben. Op de terugweg ben ik enorm misselijk geworden, vorige keer had ik geen last gehad van wagenziekte omdat er vele ramen openstonden, maar nu was het donker en het regende. Gevolg: mijn langste wagenziekte ooit! 4 uur lang gekweld worden door die blikken doos op 4 wielen! Aaargh vreselijk, ik heb mezelf op den duur verplicht om te slapen, wie weet hoe was ik er anders uitgekomen. Gelukkig hadden we een hele lieve taxichauffeur die ons na zijn rit nog -gratis- heeft afgezet bij ons huis. Doodop slenterden we binnen om dan te beseffen dat we geen eten meer hadden en de winkel binnen 30 minuten sloot. Pasta dan maar, met ketchup. En slapen. Maar niet in mijn eigen bedje, nee op mijn matras naast Sarah, oh ik hoop dat mijn kamer snel in orde komt. Want het gaat een slordig boeltje worden anders.


PS: Voor die ene keer dat we niet in een internetcafé zitten krijgen jullie een extraatjes: foto's, jochei!
Voor meer van dat lekkers: zie mijn facebook.